Een lindeboom en zijn korstmossen

De bomen zijn zwak, ze hebben een recente riolering en wegvernieuwing moeten doorstaan en de graafwerkzaamheden hebben hun tol geëist, op alle bomen in de buurt. Zo ook de linden vlakbij mijn huis.
Ze staan er al bijna 60 jaar, maar nu lijkt wel het einde nabij, hoewel…zolang er groene bladeren zijn, er is hoop.
Behalve de kwakkelende conditie van de bomen, wat mijn aandacht trok waren de vele korstmossen op de stam. Een prachtige mosaic. De variatie in kleuren en vormen van korstmossen is verbazingwekkend, van fel geel tot zwart/bruin, oranje, grijs en groen. Vertakt, gestippeld, bladvormig en poederachtig.
Zo trok ik naar de bomen toe, met boek, loep, phonescope, camera, korstmossen zoekkaart en één doel: de geheimzinnige microwereld van de lichenen te ontrafelen.

 

Ammoniak liefhebbers

Voor het gemak kies ik een linde uit, die ene met de meeste korstmossen natuurlijk.
Ik zal met de “makkelijke” soorten beginnen : Het vliegenstrontjesmos (Amandinea punctata) lijkt inderdaad op vliegenstront en is zowat op elke boom te vinden. Andere zeer algemene soorten zijn heksenvingermos (Physcia tenella) en kapjesvingermos (Physcia adscendes) grijze soorten die onder de categorie van “ammoniakhoudende soorten” vallen, vooral als ze op de barst van eiken groeien. In deze categorie zit eveneens groot dooiermos (Xantoria parietina), prachtig felgeel korstmos met opvallende oranje vruchtlichamen, heel algemeen en landelijk sterk toegenomen, met name in gebieden met veel intensieve melkveebedrijven, raad wel eens waarom… Hetzelfde verhaal geldt voor het klein dooiermos (Xantoria parietina). Een andere ammoniak liefhebber is de knalgele poedergeelkorst (Candelariella reflexa), poederachtige soort die makkelijk te verwarren is met het eveneens knalgele valse dooiermos (Candelaria concolor).
Typisch epifyt (boombewoner) is de bleekgroene schotelkorst (Lecanora expellens), zeer algemeen fijn korrelig korstmos. Als laatste van deze ammoniakminnende reeks het ronde schaduwmos (Phaeophyscia orbicularis), grijz, veel voorkomend en op de boom talrijk korstmos.

 

Lobben, takken en stippels

Er zitten op de stam meer van die gelobde korstmossen en ze zijn niet zo makkelijk te determineren, althans voor een beginner zoals ik. Maar ik ga het proberen…
Gewoon schildmos (Parmelia sulcata) is een blauw-grijze korstmos die nadrukkelijk aanwezig is op de boom. Glanzend bruin is het glanzende schildmos (Melanella fuliginosa), met blote ogen lijkt het op een bruine poedervlek, maar door de loep ziet het er fantastisch uit! Bruine glanzende lobben waarop zwermen van cilindrische isidiën (uittreksels die voor ongeslachtelijke voortplanting zorgen) groeien. Het grauwe rijpmos (Physconia grisea) heeft talloze witte stippen op de okerkleurige lobben. Een van de dominante soorten aan de westkant van de stam is het groene boomschildmos (Flavoparmelina soredians). Het gestippelde schildmos (Puntctuella subrudecta) is juist erg bescheiden op de stam.
Tussen de grijze korstmossen valt het fel oranje dooiermos (Xanthoria calcicola) op.
Knap lastig zijn de schotelkorsten, superklein en niet echt opvallend gekleurd. De witte schotelkorst (Lecanora chlarotera) is zo’n eentje, met het blote oog een klein vlekje op de stam, maar door de lens een echte schoonheid met zijn okerkleurige schoteltjes. Zijn broer melige schotelkorst (Lecanora carpinea) is ook present.
Op de stam groeien hier en daar struikacthige korstmossen. In de verticale microjungle van korstmossen zijn deze de reuzen. Het zijn eikenmossen (Evernia prunastri) , dit is een algemene soort die door luchtvervuiling in veel gebieden achteruit gaat.

 

Oranje dooiermos (Xanthoria calcicola)
Witte schotelkorst (Lecanora chlarotera)

 

 

 

 

 

 

 

 

De boom is een hollandse linde (Tilia x europaea) die op een gazon langs de weg groeit. De zandrijke bodem is vrij droog. Zoals eerder gezegd is de ongeveer 60 jaar oude boom niet gezond en heeft een dunne kroon. Mede doordat komt veel zonlicht op de stam, dit verklaart het grote aantal korstmossen. De schors heeft een Ph van 6,4 en is dus neutraal/licht zuur. De groei van korstmossen heeft niets te maken met de gezondheid van bomen, ze reageren op expositie, zuurgraad van de stam en luchtkwaliteit.

 

Het struikvormige eikenmos (Evernia prunastri)
De lindeboom heeft het zwaar, de kroon is dun en er zitten meerdere dode takken aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit is mogelijk slechts een deel van alle korstmossen op de boom, wellicht hoog op de stam en op de takken zullen andere soorten groeien, maar de boom klimmen doe ik op dit moment echt niet…
De aanwezigheid van meerdere exemplaren eikenmos en grijze bladvormige soorten, tegen het geringe aantal gele korstmossen zoals groot, klein en valse dooiermos zou een indicator kunnen zijn dat de luchtkwaliteit in Wolvega goed is. Meer onderzoek op andere boomsoorten is nodig om deze suggestie te kunnen bevestigen.

De onderzochte lindeboom heeft een slechte conditie. Volgens een medewerker van de gemeente wordt de boom hoogstwaarschijnlijk gekapt.
Wat dan verdwijnt, is niet alleen een oude boom, maar ook een gemeenschap van minstens 17 soorten korstmossen, sommigen heel oud. En  meerdere soorten mossen en allerlei insecten die op de boom leven.

 

 

 

Geef een reactie

%d bloggers liken dit: