Na het werken in de moestuin, of na mijn werk ga ik soms met mijn zoon wandelen. Bomen klimmen, springen over sloten of rennen door de weilanden. Graslanden met wilde houtwallen eromheen. Deze plek leek vergeten te zijn door de eigenaar, het gras werd eenmaal per jaar gemaaid en geperst in grote hooibalen, heerlijk om overheen te springen. Hier, vlak achter de volkstuin, bruiste het van de vogels, kwam je hazen tegen, soms reeën. Verder op de weilanden ganzen en nog verder richting de Lindevallei, hoorde je nog steeds de lentezang van kievieten, grutto’s en tureluren.
Kaalslag
Kort geleden, om precies te zijn 16 maart, spreek ik na mijn werk af met mijn zoon in de moestuin. We lopen richting de weilanden en zien het al. De wilde houtwallen zijn netjes opgeruimd. Gelukkig hebben ze “onze” klim-eik laten staan, samen met 2 of 3 andere eiken. De rest is helemaal weg, het berkenbosje, de bramen, wilgen en oude vlieren zijn opgestapeld op een grote berg ernaast. Dikke rupsensporen laten geen twijfel over van wat er is gebeurd. Met grof geweld is deze kleine wildernis verwijderd.


Het spontane berkenbosje met bramen is helemaal weg, de eik staat nu eenzaam in het landschap.


Waarom deze mooie kleine wildernis opgeruimd is, is mijn onbekend. De eigenaar had vast zijn goede redenen. Het bosje was geruime tijd onbeheerd, en ongecontroleerde ontwikkeling van de natuur wordt zelden getolereerd, vaak zelfs niet in natuurgebieden. En in agrarische gebieden al helemaal niet.
Meer dan 15 jaar spontane bos-ontwikkeling ligt nu opgestapeld op een 3 meter hoge berg. Treurig om zo te zien, de met mos begroeide oude stammen van vlieren en andere soorten.


Op de foto rechts zien we een prachtige houtwal, met grote eiken, enkele essen en….een gat. Deze houtwal zou een monument kunnen zijn, grote knoestige eiken groeien door elkaar heen. Onder de kroon van de reuzen groeien kamperfoelie, bramen, vlieren en wilde rozen. Waar nu een gat is stond eerst een grote schietwilg. Zijn stam was indrukwekkend en zijn dikke takken duwden de eiken opzij. Het is mij een raadsel waarom juist die enige wilg daar is weggehaald. De wilg, met zijn zachte hout heeft veel minder aanzien dan de stoere eik. Je kunt met het hout slechts klompen maken en het is geen goed brandhout. Maar voor de biodiversiteit is de wilg erg belangrijk. Uit een studie in Groot Brittannië blijkt dat dat de wilg geassocieerd is met maar liefst 450 soorten insecten, ter vergelijking de eik met 423 soorten. (Kennedy & Southwood 1984).


Tot slot
De lente komt eraan en de trekvogels die terug komen op hun vaste plek zullen daar geen nest meer kunnen maken,de zang van de tjiftjaf, zwartkop en andere zangvogels zullen we voor jaren daar niet meer horen. Het is een klein gebied, de kaalslag zal geen grote invloed hebben op de biodiversiteit van de streek. Maar er zijn, of beter er waren veel van die kleine vergeten hoekjes die inmiddels opgeruimd zijn, en dat bij elkaar heeft wél een grote invloed op de biodiversiteit. Het landschap is wel netjes geworden, opgeruimd, misschien een beetje stil, behalve kraaien, ganzen en meeuwen. Maar als we natuur willen zien kunnen we altijd de auto pakken en een stukje rijden, desnoods naar het buitenland.
Wat er met de berg takken is gebeurd weet ik niet, door de versnipperaar? Of nog erger, verbrand op een paasbult?